Dit weekend gaat de zomertijd in. In de nacht van zaterdag op Paaszondag 31 maart om 2 uur wordt de klok een uur vooruitgezet naar 3 uur. De zomertijd eindigt op de laatste zondag van oktober.
Door de zomertijd wordt het niet zo vroeg licht en ’s avonds blijft het langer licht. Een groot voordeel, maar helaas zitten er ook nadelen vast aan de zomertijd.
Het verzetten van de tijd zorgt ervoor dat je biologische klok ontregeld raakt. Je moet wennen aan de tijdsverandering. Doordat de klok een uur vooruit wordt gezet ben je ‘s avonds nog niet moe op het tijdstip dat je altijd naar bed gaat. Hierdoor ga je later naar bed. Dit heeft als gevolg dat je de volgende dag niet fit bent. ”¨”¨
De tijdsverandering heeft geen ernstige gevolgen voor de gezondheid, maar het kan wel voor klachten zorgen als vermoeidheid, geheugenverlies, hoofdpijn en duizeligheid. ӬӬ
Gelukkig zijn er een aantal tips om onze biologische klok weer gelijk te zetten met de tijdzone.Ӭ
1. Sta vroeg op en stel je bloot aan het ochtendlicht
Dit is het beste medicijn. Wanneer je op maandagmorgen langer in bed blijft liggen, stel je de correctie van de biologische klok uit. Hierdoor krijg je dinsdagochtend last van een slecht humeur.
ӬӬ2. Stel je bedtijd niet uit
ӬOok al ben je nog niet moe, ga op het tijdstip naar bed zoals je normaal gesproken ook naar bed gaat. Wanneer je later naar bed gaat, is de kans groot dat je de volgende dag minder fit bent. ӬӬ
3. Verduisterende gordijn helpen
Verduisterende gordijnen helpen om makkelijker in slaap te vallen, wanneer het buiten nog niet heel donker is. ӬӬ
4. Inslapen wordt moeilijker door alcohol, cafeïne en laat sporten
Zorg dat je twee uur voordat je naar bed gaat geen alcohol en koffie drinkt. Ook is het belangrijk om niet laat op de avond te gaan sporten en niet tot ’s avonds laat achter de computer te zitten.
Ezelsbruggetjes
1. Vergeet jij elk jaar of de klok een uur voor- of achteruit moet? Zo vergeet je het nooit meer: in het NAjaar gaat de klok een uur ACHTERuit. In het VOORjaar gaat de klok een uur VOORuit.
2. Je wint-er-tijd mee als de wintertijd in gaat (die dag duurt namelijk 25 uur).
3. Spring forward, fall back (lente/spring vooruit, herfst/val terug).
