In de nacht van zaterdag op zondag maakt de zomertijd plaats voor de wintertijd. De wintertijd is eigenlijk de ‘gewone’ tijd en duurt vijf maanden.
Aanstaande zondag (laatste zondag van oktober) wordt om 03.00 uur de klok een uur terug gezet.
Dat betekent dat we een uur langer kunnen slapen. Een fijn vooruitzicht.
Biologische klok
Veel mensen zullen weinig last hebben van de overgang. Onze biologische klok is soepel en past zich over het algemeen vrij goed aan een uursverandering aan. Toch kunnen sommige mensen door het ingaan van de wintertijd last krijgen van klachten. We kunnen ons minder uitgerust voelen, komen moeilijker in slaap en voelen ons misschien iets somberder. Maar wees gerust, deze klachten houden vaak niet langer dan een paar dagen aan.
Wintertijd en jonge kinderen
Vooral voor jonge kinderen kan de overgang dit weekend pittig worden. Lees op de website Babyvandaag.nl meer tips om je kind voor te bereiden op de wintertijd.
Bij de overgang van zomer- naar wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op. Hierdoor wordt het ’s ochtends eerder licht en ’s avonds eerder donker. Wanneer we de klok géén uur achteruit zetten zou het rond de jaarwisseling pas rond 9 uur ’s ochtends licht worden.
5 gouden tips
Healthylives ging op zoek naar een aantal nuttige tips om je biologische klok een handje te helpen aankomend weekend.
- Ga op tijd naar bed.
- Zorg voor ritme. Eet dus ook op regelmatige tijden.
- Doe geen middagdutje. Hierdoor kom je ’s avonds moeilijker in slaap.
- Probeer goed te ontspannen. Neem bijvoorbeeld een warm bad of maak een wandeling. Lees hier meer tips om te ontspannen.
- Stel je ’s ochtends bloot aan daglicht. Blijf niet lang in bed liggen en trek de gordijnen gelijk open.
Ezelsbruggetjes
1. Vergeet jij elk jaar of de klok een uur voor- of achteruit moet? Zo vergeet je het nooit meer: in het NAjaar gaat de klok een uur ACHTERuit. In het VOORjaar gaat de klok een uur VOORuit.
2. Je wint-er-tijd mee als de wintertijd in gaat (die dag duurt namelijk 25 uur).
3. Spring forward, fall back (lente/spring vooruit, herfst/val terug).
